Het Zuid-Koreaanse Hooggerechtshof houdt ondanks felle protesten vast aan de wet waarin tatoeëren wordt gezien als een medische procedure. Dat betekent dat een tatoeage alleen mag worden gezet door iemand die als arts is opgeleid.

Ondanks het verbod telt Zuid-Korea ongeveer 50.000 tatoeageartiesten die geen medische opleiding hebben gevolgd. Als ze toch iemand tatoeëren, kunnen ze per geval een boete krijgen tot omgerekend 37.000 euro en een gevangenisstraf. Gemiddeld bedraagt die zo'n twee jaar, maar volgens de wet is de maximale straf levenslang.

Sinds 2017 hebben de tatoeëerders zich in verschillende rechtszaken verzet tegen het verbod. Dat werd in 1992 ingevoerd, in navolging van Japan, waar tatoeages ook werden gezien als een medische behandeling.

Maar waar Japan de wet allang weer heeft afgeschaft, houdt Zuid-Korea er tot op de dag van vandaag aan vast. 'Achterlijk', zegt één van de vakbonden waarin de artiesten zich hebben verzameld. Ze zeggen dat het Hooggerechtshof te weinig 'cultureel begrip' toont. Het hof hield de wet vandaag met een nipte meerderheid overeind: vijf rechters stemden voor, vier tegen.

In de rechtbank hadden de tattoo-artiesten eerder betoogd dat het verbod indruist tegen hun recht op vrije meningsuiting en hun recht om een beroep uit te oefenen. Maar voor het hof wegen de 'mogelijke bijeffecten en veiligheidsaspecten' zwaarder.

"De beperkte medische kennis en vaardigheden die bij tatoeëren komen kijken, schieten tekort in vergelijking met de behandeling die een arts kan bieden als dat voor of na de procedure noodzakelijk mocht zijn", staat in het vonnis van het hof. 

Vakbondsvoorzitter Kim Do-yoon, in Zuid-Korea beter bekend als tattoo-artiest Doy, noemde het vonnis 'geen stuiver waard'. "Bij het hof lopen ze nog op vier poten, terwijl alle anderen rechtop lopen." Zijn collega Kim Sho-yun barstte tijdens een persconferentie in tranen uit en zei: "Hoe komen ze er toch bij dat tatoeëren een medische procedure is, terwijl er geen arts is die het kan?"